Geen afkoop kleine pensioenen maar waardeoverdracht
Afkoop kleine pensioenen mag niet meer
30 augustus 2016
Bedrijfspensioenfonds check
BPF Bedrijfstakpensioenfonds-check
30 augustus 2016
Algemeen pensioenfonds

APF (Algemeen Pensioenfonds)

De Eerste Kamer heeft op 22 december 2015 na een debat met staatsecretaris Klijnsma de Wet Algemeen pensioenfonds en de novelle Wet algemeen pensioenfonds aanvaard. De wet treedt in werking op 1 januari 2016.

Inleiding

De Wet algemeen pensioenfonds introduceert het algemeen pensioenfonds (apf). Het doel hiervan is het verbeteren van de keuzemogelijkheden voor werkgevers en werknemers om een kwalitatief hoogstaande en veilige pensioenuitvoering tegen een scherpe prijs te realiseren. De novelle schrapt het tijdens de behandeling van het onderhavige wetsvoorstel ingediende en door de Tweede Kamer aangenomen amendement Lodders en Vermeij (TK 34.117, nr. 17). Deze novelle past de voorgestelde wet aan op het volgende punt: er is geen mogelijkheid voor een apf om bij een fusie tussen verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen met afgescheiden vermogens te werken, ook wel “ringfencing” genoemd.

Een nieuwe uitvoerder?

Het apf is een nieuwe uitvoerder voor pensioenregelingen in de tweede pijler, naast de al bekende uitvoerders zoals bedrijfstakpensioenfondsen, ondernemingspensioenfondsen, verzekeraars en ppi’s (premie pensioen instellingen).

Iedereen wordt in gelegenheid gesteld een vergunning voor het uitoefenen van een apf aan te vragen bij De Nederlandse Bank, dit kan vanaf 1 januari 2016. Het apf staat open voor nieuwe pensioenregelingen, ondernemingspensioenfondsen, niet verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen en rechtstreeks verzekerde regelingen, maar NIET voor verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen. Ook is er geen mogelijkheid voor het aanbieden van individueel aanvullende produkten in de derde pijler zoals bijvoorbeeld lijfrente en banksparen.

Wat voor een soort pensioenregelingen?

Het apf mag alle door de pensioenwet benoemde pensioenregelingen uitvoeren, dus wel defined benefit (db), defined contribution(dc) of een combinatie van beide regelingen.
De verwachting is dat het apf vooral voor db regelingen zal worden gebruikt, als alternatief voor de kleinere ondernemingspensioenfondsen en als alternatief voor rechtstreeks verzekerde db-regelingen.

Randvoorwaarden

Voor het oprichten van een apf is een vergunning noodzakelijk van De Nederlandse Bank. Het apf valt moet voldoen aan financieel toetsingskader. Dit betekent dat net als bij een bedrijfstakpensioenfonds er eisen worden gesteld aan het vermogen (weerstandsvermogen genoemd) en dekkingsgraad. Ook dezelfde soort maatregelen bij een te lage dekkingsgraad of weerstandsvermogen, door bijvoorbeeld tegenvallende beleggingsresultaten, zijn van toepassing. Bij een tekort kunnen pensioenrechten worden afgestempeld maar bij een overschot kan het surplus ten gunste komen van de werknemers (of werkgevers door een premieteruggave).

Het bestuur van een apf zoal waarschijnlijk in de meeste gevallen een (gemengd) onafhankelijk bestuur zijn zonder vertegenwoordigers van de pensioenregelingen die door het apf worden uitgevoerd (dus geen werknemers of werkgevers).

Waarom interessant voor werkgevers?

Door het hanteren van gescheiden compartimenten (solidariteit kringen) mag een apf voor werkgevers, die al dan niet aan elkaar verbonden zijn, verschillende pensioenregelingen financieel gescheiden van elkaar uitvoeren. Op deze wijze kunnen schaalvoordelen worden behaald met behoud van eigen identiteit. Dit zou tot kostenvoordelen voor werkgevers kunnen leiden.
Daarnaast bestaat er, net als in bedrijfstakpensioenfondsen, de mogelijkheid voor het afstempelen van pensioenrechten, er worden dus niet “harde” aanspraken opgebouwd, zoals bij een verzekeraar, maar “zachte” aanspraken. In het algemeen zou dit tot kostenvoordelen kunnen leiden voor werkgevers.

En de werknemer?

De werknemer zal worden geconfronteerd met nog een nieuwe pensioenuitvoerder in de opbouw van zijn pensioen. Van belang is voor deze werknemers te weten wat de aard is van de pensioenopbouw en welke risico’s hij hierbij loopt. Tevens is van belang dat werkgevers mogelijk collectieve waardeoverdracht gaan doen van verzekerde regelingen naar het apf. Werknemers hebben het recht, hiermee individueel niet akkoord te gaan.

Tips

Het zijn met name verzekeraars, die nu massaal een vergunning hebben aangevraagd bij De Nederlandse Bank voor het oprichten van een apf zoals onder andere Delta Lloyd, Het Nederlands Pensioenfonds (ASR), Zwitserleven, STAP (TKP en Aegon), AZL/NN Investment Partners. Ook Centraal Beheer Achmea heeft een vergunning aangevraagd en zelfs aangekondigd volledig te stoppen met rechtstreeks verzekerde regelingen.
Inmiddels hebben Aegon en Centraal Beheer Achmea een vergunning voor het APF ontvangen (juli 2016).

Drs. Bernard P. Pasveer RPC
www.pasveerpensioenadvies.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *